Het dorp, dat vroeger door de Romeinen zo werd genoemd vanwege de bijzonderheid van de klei-kalkachtige bodem, waar distels en wijnstokken goed gedijen.
Het waren de monniken van Cluny en Tournus die de wijnindustrie hebben opgezet en de Chardonnay druif hebben ontwikkeld op deze prachtige gronden.
Chardonnay gaf zijn naam aan de wereldberoemde druivensoort waarschijnlijk rond 1900. Daarvoor had het verschillende namen, afhankelijk van de plaats, zoals: “Pinot Blanc”, “Chanay” of “Beaunois” in de Côte d’Or.
Onze terroirs geven de wijn zijn frisheid en mineraliteit. Geworteld in de klei-kalksteen bodem van de Chardonnay, zal hij tonen van witte bloemen of citrusvruchten onthullen die altijd verrassend zijn.